Uit een groot nieuw genetisch onderzoek blijkt dat 14 verschillende psychiatrische stoornissen vijf onderliggende genetische factoren delen, wat duidt op een diepere biologische overlap dan eerder werd aangenomen. Onderzoekers analyseerden DNA-gegevens van meer dan zes miljoen individuen en ontdekten dat deze gedeelde genetische varianten een revolutie teweeg zouden kunnen brengen in de diagnose- en behandelingsbenaderingen.
De genetische overlap: wat is er gevonden?
Het onderzoeksteam, bestaande uit internationale wetenschappers, onderzocht genetische gegevens van meer dan een miljoen mensen met verschillende psychiatrische aandoeningen en vergeleek deze met gegevens van vijf miljoen gezonde controlepersonen. Hun analyse bracht vijf terugkerende genetische patronen aan het licht die bijdragen aan het risico bij deze aandoeningen.
Deze vijf factoren verklaren ongeveer tweederde van de genetische verschillen tussen individuen met en zonder psychiatrische diagnoses. De factoren zijn gecategoriseerd als gerelateerd aan:
- Dwangstoornissen (bijv. obsessief-compulsieve stoornis)
- Internaliserende stoornissen (angst en depressie)
- ** Stoornissen in het gebruik van middelen **
- Neuroontwikkelingsaandoeningen (waaronder autisme)
- Bipolaire stoornis en schizofrenie
Opvallend is dat bipolaire stoornis en schizofrenie een overlap van 70% vertoonden in genetische signalering, wat erop wijst dat ze op biologisch niveau wellicht meer op elkaar lijken dan traditionele diagnostische categorieën impliceren.
Waarom dit belangrijk is: meer dan symptoomgebaseerde diagnose
Momenteel zijn psychiatrische diagnoses sterk afhankelijk van waargenomen gedrag en symptomen. Dit kan ertoe leiden dat patiënten meerdere diagnoses krijgen, wat de behandeling bemoeilijkt. De bevindingen van het onderzoek suggereren dat sommige aandoeningen die momenteel als afzonderlijke entiteiten worden behandeld, onderliggende biologische mechanismen kunnen delen.
“Op dit moment diagnosticeren we psychiatrische stoornissen op basis van wat we in de kamer zien, en bij veel mensen zullen meerdere stoornissen worden vastgesteld. Dat kan moeilijk te behandelen en ontmoedigend zijn voor patiënten”, legt neurowetenschapper Andrew Grotzinger uit. Dit onderzoek biedt het sterkste bewijs tot nu toe dat gedeelde biologische processen verkeerd kunnen worden bestempeld als afzonderlijke omstandigheden.
Toekomstige implicaties: naar nauwkeurigere behandelingen
De geïdentificeerde genetische routes zouden nieuwe behandelingsstrategieën kunnen informeren. Sommige gedeelde varianten beïnvloeden de vroege hersenontwikkeling en neuronsignalering, terwijl andere gekoppeld zijn aan specifieke celtypen zoals prikkelende neuronen (bij bipolaire/schizofrenie) en oligodendrocyten (bij depressie/angst).
Onderzoekers hopen dat deze gegevens zich uiteindelijk zullen vertalen in meer gerichte interventies, waardoor mogelijk de behoefte aan meerdere medicijnen of therapieën voor gelijktijdig voorkomende aandoeningen zal afnemen. Hoewel de klinische praktijk niet van de ene op de andere dag zal veranderen, bieden de bevindingen waardevolle aanwijzingen voor het verbeteren van de diagnostische nauwkeurigheid en de effectiviteit van de behandeling.
“Deze bevindingen bieden waardevolle aanwijzingen om ons begrip en de behandeling van psychische aandoeningen met grotere precisie te bevorderen”, zegt geneticus Jordan Smoller.
De studie onderstreept de complexe genetische architectuur van psychiatrische stoornissen, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor een meer biologisch geïnformeerde benadering van de geestelijke gezondheidszorg. Verder onderzoek is gepland om deze analyses uit te breiden naar meer diverse populaties, waardoor ons begrip en behandelstrategieën worden verfijnd.
