Nieuw onderzoek van de Universiteit van Oxford suggereert dat kussen – een gedrag dat vaak als uniek menselijk wordt gezien – eigenlijk diepe evolutionaire wortels heeft, die meer dan 21 miljoen jaar teruggaan tot een gemeenschappelijke voorouder van mensen en grote apen. De studie, die zal worden gepubliceerd in Evolution and Human Behavior, reconstrueert de evolutionaire geschiedenis van kussen met behulp van een soortoverschrijdende benadering, en werpt licht op een gedrag dat wetenschappers in verwarring heeft gebracht vanwege het schijnbare gebrek aan duidelijke overlevingsvoordelen.
De evolutionaire puzzel van kussen
Kussen presenteert een biologisch mysterie: het gaat om nauw contact, dat risico’s met zich meebrengt zoals de overdracht van ziekten, maar toch niet onmiddellijk bijdraagt aan de voortplanting of overleving. Desondanks is kussen wijdverbreid onder moderne grote apen en werd het waarschijnlijk ook door Neanderthalers beoefend. Onderzoekers onder leiding van Dr. Matilda Brindle probeerden de oorsprong van dit gedrag te achterhalen met behulp van een rigoureus evolutionair raamwerk.
Kussen voor verschillende soorten definiëren en volgen
Het team moest kussen eerst definiëren op een manier die op meerdere soorten van toepassing was. Ze kozen voor “niet-agressief mond-op-mondcontact waarbij geen voedseloverdracht betrokken is.” Dankzij deze definitie konden ze gegevens analyseren van moderne primatensoorten, waaronder chimpansees, bonobo’s en orang-oetans, die allemaal kusgedrag vertonen.
Met behulp van een statistische methode, Bayesiaanse modellering genaamd, brachten ze kussen in kaart als een eigenschap van de stamboom van primaten. De analyse werd tien miljoen keer uitgevoerd om robuuste resultaten te garanderen. Het model onthulde dat kussen waarschijnlijk tussen 21,5 en 16,9 miljoen jaar geleden ontstond bij de voorouder van de moderne grote apen.
Implicaties voor de menselijke evolutie
De studie suggereert ook dat Neanderthalers kusten, gebaseerd op bewijs van gedeelde orale microben (door speekseloverdracht) en genetisch materiaal (via kruising) met mensen. Dit komt overeen met eerder onderzoek dat wijst op nauwe sociale interacties tussen onze voorouders. Professor Stuart West uit Oxford benadrukt dat dit onderzoek de evolutionaire biologie integreert met gedragsgegevens om eigenschappen te onderzoeken die niet verstarren, zoals zoenen.
Culturele variatie en toekomstig onderzoek
Interessant genoeg merkt het onderzoek op dat kussen slechts in 46% van de menselijke culturen wordt gedocumenteerd, met grote verschillen in sociale normen. Dit roept de vraag op of kussen in de eerste plaats een geëvolueerd gedrag of een culturele uitvinding is. Dr. Catherine Talbot van het Florida Institute of Technology suggereert dat deze studie een cruciale eerste stap is in het aanpakken van dat debat.
Concluderend toont dit onderzoek aan dat kussen geen recent of exclusief menselijk gedrag is, maar eerder een eeuwenoude eigenschap die is geërfd van onze voorouders van primaten. Door een raamwerk te bieden voor toekomstige studies, opent dit werk nieuwe wegen voor het begrijpen van de evolutie van sociaal gedrag bij zowel moderne als uitgestorven soorten.




























