Archeologen in Israël hebben een opmerkelijk artefact opgegraven: een 2000 jaar oud stenen beeldhouwwerk uit een oude synagoge nabij het Meer van Galilea. Deze ontdekking is belangrijk omdat het de oudst bekende visuele weergave is van de zevenarmige menora, een centraal symbool in de Joodse traditie. De steen biedt een zeldzaam kijkje in de religieuze iconografie vóór de verwoesting van de Tweede Tempel in 70 na Christus, en roept vragen op over hoe levendig de beelden van de Tempel buiten Jeruzalem bewaard bleven.
De Magdala-steen: een venster op de Tweede Tempelperiode
De steen, bekend als de Magdala-steen, werd in 2009 ontdekt tijdens opgravingen op de plaats van Magdala (Migdal), vermoedelijk de geboorteplaats van Maria Magdalena. De synagoge zelf was ongeveer 30 jaar in gebruik, van 50 na Christus tot 80 na Christus, voordat hij werd verlaten.
De steen zelf is een rechthoekig blok kalksteen van ongeveer 60 bij 50 bij 40 centimeter. De vijf zijden zijn versierd met gedetailleerde gravures die elementen uitbeelden die verband houden met de synagoge. Het meest opvallende kenmerk is echter de afbeelding van de menora op één smal uiteinde. Dit is niet zomaar een menora; het is een nauwkeurige weergave van degene die wordt gebruikt bij rituelen in de Tweede Tempel zelf.
Historische context en betekenis
De Tweede Tempel in Jeruzalem werd in het jaar 70 na Christus door de Romeinen verwoest, een gebeurtenis die de joodse religieuze praktijk fundamenteel veranderde. Na de belegering plunderden de Romeinen op beroemde wijze de Tempel, inclusief de gouden menora, en paradeerden ermee door Rome als een symbool van hun overwinning – een scène vereeuwigd op de Boog van Titus.
Het bestaan van de Magdala-steen suggereert dat vóór de verwoesting van de Tempel, iemand de steen had gezien en er opdracht voor had gegeven er een afbeelding van te maken. Dit impliceert dat de beelden van de Tempel niet beperkt waren tot Jeruzalem en dat pelgrims of individuen die bekend waren met het interieur van de Tempel de visie mogelijk naar andere gemeenschappen hebben overgebracht.
Verbinding met Chanoeka
De ontdekking is bijzonder resonant gezien de recente viering van Chanoeka. Moderne Chanoeka-menora’s, bekend als hanukkiot, hebben doorgaans negen takken, ter herdenking van de herinwijding van de Tweede Tempel in de tweede eeuw voor Christus. na de Makkabische opstand tegen de Seleucidische overheersing. De Seleuciden hadden eerder Joodse praktijken verboden en heidense aanbidding in de Tempel opgelegd.
Er wordt gedebatteerd over de oorsprong van Chanoeka’s achtdaagse duur: sommige geleerden geloven dat het de wonderbaarlijke verbranding van olie vertegenwoordigt gedurende acht dagen nadat de tempel was gezuiverd, terwijl anderen suggereren dat het een uitgestelde viering was van het herfstoogstfeest Soekot.
De Magdala-steen is meer dan alleen een archeologische vondst; het is een tastbare link naar een cruciaal moment in de Joodse geschiedenis, en bewijst hoe diep de beelden van de Tempel buiten Jeruzalem resoneerden vóór de verwoesting ervan. Deze ontdekking onderstreept de blijvende kracht van symbolen en het belang van het behoud van het culturele geheugen.





























